zaterdag 11 oktober 2025

dodenherdenking mei 2008

Toespraak van Ben van der Linden:

4 mei 2008
Dodenherdenking Sandbostel.

Het is gebeurd en bijgevolg kan het weer gebeuren, altijd en overal.
Ieder jaar weer lees ik deze tekst voor, en ieder jaar weer moeten we vaststellen dat het ergens op de wereld weer gebeurd is
Zinloos geweld, onderdrukking, discriminatie en vrijheidsberoving.

We zijn hierheen gekomen om de gevallenen uit de tweede wereldoorlog te herdenken als ook al die militairen en burgers die zijn omgekomen in het uitvoeren van hun beroep, sinds die oorlog waarvan de bevrijding nu 63 jaar geleden plaatsvond.

En zoals wij nu hier stilstaan, deden dat ook velen in Nederland, maar ook daar waar grotere groepen Nederlanders samen zijn, waar ook ter wereld.

Renate Laqueur, een overlevende, vertelt het volgende;
„een klein meisje zat dagenlang bij het bed van haar moeder, het kind was afzichtelijk vuil, krabde rug en hoofd stuk. De ogen waren bijna dichtgeplakt door luizenvuil.
Ze zat bij de moeder en dwong de dooduitgeputte vrouw een stukje lauwwarme koolraap te eten. Dan, met een schuldig en begerig gezicht, at het kind de portie van de moeder op.
De moeder had de dekens verschoven. Ze drukten te zwaar op de dikke opgezette benen. Als glazig witte zuilen lagen de benen op de grijze kampdeken, met de krabbels van luizebeten op het goorvuile vel.
De doek op het hoofd was verschoven en liet de kaalgeknipte grijzige hoofdhuid vrij. Het kind huilde.
De moeder was een bekende schoonheid uit de Amsterdamse Jodenbuurt geweest. Het kind ging de meelsoep halen
Ze zei: “moeder er is soep vanavond“.
De moeder antwoordde niet. Haar kleine dikke hand hing over de rand van het bed. Er druppelde water uit haar opgezette hand. Men zag de natte plekken op de grond.
Toen het kind terug kwam was haar moeder dood. Het kind bleef als versteend zitten. Ten slotte trok het de deken over de benen, schikte de hoofddoek recht, ging weg met de rode beker met meelsoep.
Alleen de vader was al aan kampkoorts gestorven“

Wij staan hier nu vrijwillig en in vrijheid, om de doden respectvol te gedenken en om de strijd die zij gevoerd hebben te respecteren.
Het is nu aan ons om ervoor te zorgen dat de geschiedenis zich niet zal herhalen.
Leven in vrijheid vraagt dat we bewust leven en keuzes maken.
Dat we niet ons hoofd omdraaien om maar niet te hoeven zien.
Dat we onze mond open doen, waar onrecht plaatsvindt.
Want, zoals Martin Niemöller, een Duitse dominee, tijdens de tweede Wereldoorlog al zei:

Toen ze de communisten kwamen halen, heb ik gezwegen. Ik was toch geen communist.
Toen ze de katholieken kwamen halen, heb ik gezwegen. Ik was niet katholiek.
Toen ze de homo’s in elkaar sloegen, heb ik gezwegen. Ik was geen Homo.
Toen ze de Joden doodden, heb ik gezwegen. Ik was immers geen Jood.
Toen ze mij kwamen halen….- toen was er niemand meer om te protesteren.

Laat het zo zijn dat wij, en de generaties na ons, deze zwaar bevochten vrijheid als een kleinood door alle tijden heen met ons mee blijven dragen.

Dank u wel.


Gedicht Bahar Azizi, 18 jaar uit Den Haag
©Bahar Azizi

In mijn en ieder hart

Nooit begreep ik
Je kwam nooit
Nooit terug

Als druppels water
Druppels bloed
Neerkomend op de
Bloemen
Onze bloemen
Ons leven

Verplichtend
Trots en dapper
Als een ridder ging je

Nooit begreep ik
Je kwam nooit
Nooit terug

In elk glimlach
Zie ik je terug
In elke traan
Zie ik je weggaan

Wij allen vrij
Als vliegende vogels

Niet vergeten
Nooit vergeten
In mijn en ieder hart

Vandaag
Denk ik aan jou
Net als gister vandaag was
En morgen vandaag wordt

Nu begrijp ik het
Je bent nooit weg geweest
Altijd hier
Altijd vrij

Wij allen vrij
Als vliegende vogels

© Bahar Azizi

ons "Griffioentje"

 

   2025-2
   



 

 

Volgende Activiteiten

19 oktober
Brunch

8 november
Mosselen- en
bokbieravond

JAARPROGRAMMA